En nu deze titel: ‘Water’. Een knap verhaal van nog geen 200 blz., als je tijd hebt lees je het in een dag uit. Het verhaal draait om wat er in het verleden is gebeurd – en om de vraag of de hoofdpersoon, Vanessa Carvin met zichzelf in het reine kan komen. Het is duidelijk dat ze zich wil losrukken van alles wat geweest is. Ze verandert haar naam, scheert haar hoofdhaar af en huurt een cottage op een klein eiland aan de Ierse kust, waar maar een paar honderd mensen wonen. Voorzichtig mengt ze zich onder de stugge lokale bevolking. Langzaamaan wordt duidelijk dat haar man een misdaad heeft gepleegd, dat ze door haar jongste dochter Rebecca op afstand wordt gehouden… en dat haar oudste dochter Emma niet meer leeft.
De cottage geeft Vanessa de gewenste geborgenheid. Al snel krijgt ze gezelschap van Pudding, de kat van de buren die zich graag in haar leunstoel nestelt. Ook sluit ze vriendschap met Luke, de 25-jarige zoon van de buurvrouw die haar op een nacht de zee in ziet lopen, terwijl ze wanhopig de spoken uit het verleden poogt te ontvluchten. Ze laat zich in zee zinken die nacht, tot onder de waterlijn, maar keert toch weer terug naar het strand, waar ze zich helemaal uitkleedt en naakt terug naar de cottage loopt – terwijl Luke Duggan haar vanaf zijn boerderij observeert. Als hij een paar dagen later langs komt om zich hiervoor te verontschuldigen, ontspint zich een mooi, openhartig gesprek.
Hoogtepunten in dit verhaal zijn de krachtige gesprekken (of moet ik het noemen: tirades?) van Vanessa, met (of tegen) haar man Brendan die haar met een zielig verhaal opbelt vanuit de gevangenis. Met Ton Devlin, de eigenaar van de nieuwe pub die haar vertelt dat hij zo’n moeite heeft met volwassen worden (en daar nota bene begrip voor wil hebben). En uiteindelijk met haar jongste dochter Rebecca, die ooit tegen haar zei: ‘Wist je het al die tijd en kon het je niet schelen?’. Rebecca staat op een dag onverwachts voor haar neus, en biecht op hoe hoe haar laatste avond met haar zusje Emma is verlopen.
‘Water heeft mijn leven verwoest. Het heeft mijn gezin verwoest. We zwemmen erin in de baarmoeder. We bestaan er voor een groot deel uit. We drinken het. We worden er ons hele leven door aangetrokken, meer dan door de bergen, woestijnen of ravijnen. Maar het is gruwelijk. Water is een moordenaar’.
Ik verklap verder niets. Een aanrader, dit verhaal. Lees John Boyne, je zult er geen spijt van krijgen
189 blz., Uitgeverij Meulenhoff, 2023